Een register dat wordt bijgehouden door de netbeheerder. Voor elke aansluiting worden gegevens opgeslagen, zoals NAW. Elke aansluiting voor stroom of gas wordt aangeduid met een unieke EAN-code, die kun je opzoeken op www.eancodeboek.nl.
Een aanwijzing geeft aan dat de belastingdienst vindt dat een organisatie (bijvoorbeeld een lokaal duurzaam energie-initiatief) inderdaad tot een bepaalde categorie behoort, waarvoor specifieke fiscale regels van toepassing kunnen zijn.
Het begrip ‘achter de meter’ wordt gebruikt om aan te geven dat decentraal opgewekte elektriciteit (bijvoorbeeld van zonnepanelen) aan de gebruikerskant van de elektriciteitsmeter op het net wordt ingevoerd. Wanneer ‘achter de meter’ wordt ingevoerd, wordt altijd éérst de zelf opgewekte elektriciteit gebruikt, alleen wanneer er met de decentrale installatie niet genoeg elektriciteit wordt opgewekt, wordt extra elektriciteit van het openbare net afgenomen.
De Autoriteit Financiële Markten (AFM) houdt toezicht op de financiële markten: op sparen, beleggen, verzekeren en lenen. Het is belangrijk dat het publiek, het bedrijfsleven en de overheid vertrouwen hebben in de financiële markten. En dat de markten op een duidelijke en eerlijke manier werken. Daarom houdt de AFM toezicht op de financiële markten.
De eenheid ampère (A) wordt gebruikt om de stroomsterkte aan te geven. Stroomsterkte (in ampère) vermenigvuldigd met de spanning (in Volt) levert het vermogen (in Watt).
Een beschikking is een schriftelijke mededeling van een overheidsorgaan met daarin een besluit dat niet van algemene strekking is maar specifiek geldt voor degene die de aanvraag heeft gedaan.
Voorbeelden van beschikkingen zijn een brief waarin staat of je wel of niet een door jou aangevraagde subsidie krijgt toegekend, of dat je energie coöperatie wel of niet een aanwijzing krijgt waarmee je leden van in aanmerking komen voor het verlaagde energiebelastingtarief voor lokaal opgewekte duurzame energie.
Een brutoproductiemeter meet de totale hoeveelheid elektriciteit die een zonnepark/zonnedak of windmolen opwekt. Bij toekenning van een SDE+ (LINK NAAR SDE) subsidie ontvang je subsidie over dit totaal (bruto). Je verbruik wordt hier dus niet van afgetrokken. Zonder de meter ontvang je geen subsidie.
De gegevens van je brutoproductiemeter stuurt de netbeheerder naar CertiQ. Een brutoproductiemeter is niet bedoeld voor de Regeling Verlaagd Tarief (postcoderoosregeling).
Onderdeel van de netwerkkosten die de netbeheerder in rekening brengt. Het tarief is een vast bedrag per jaar voor het transport van elektriciteit en/of gas. De aansluitcapaciteit van de gas- en/of elektriciteitsmeter bepaalt hoeveel je moet betalen. Met de opbrengsten betaalt de netbeheerder het onderhoud van het energienetwerk. Zo blijft het energienet veilig en betrouwbaar.
CertiQ certificeert energie die is opgewekt uit de duurzame bronnen zon, water, wind en biomassa. De overheid heeft deze taak toegewezen. CertiQ verleent Garanties van Oorsprong, het enige geldige bewijs in Nederland dat energie duurzaam is opgewekt. Deze garanties zijn verhandelbaar binnen Europa. Bekijk hieronder een filmpje over wat CertiQ precies doet.
Letterlijk verstopping of ophoping. Verwijst in elektriciteit context naar beperkte ruimte voor stroom op het elektriciteitsnet. De diameter van de kabels kan het vermogen aan de vraag of opwek kant niet op een veilige manier vervoeren.
De coöperatie is een speciale vereniging die overeenkomsten aangaat met en voor haar leden. De leden zijn eigenaar van de coöperatie. De coöperatie behartigt vooraf vastgestelde belangen voor haar leden. Bijvoorbeeld inkoop of reclame. De winst van de coöperatie mag worden uitgekeerd aan de leden. Een coöperatie betaalt vennootschapsbelasting over de winst. Leden die ook werknemer van de coöperatie zijn vallen onder de loonheffing.
Vrij vertaald: “financiering door het brede publiek”. Een vorm van projectfinanciering waarbij meerdere partijen gezamenlijk in eenzelfde bedrijf of product investeren. Dit proces verloopt in principe zonder invloed en inbreng van financiële intermediairs. Er is dus sprake van direct contact tussen de investeerders en de ondernemers. Er zijn diverse (internet) platforms die dit faciliteren. Een aantal coöperaties maakt gebruik van crowdfunding om financiering van projecten rond te krijgen.
Een EAN-code is het identificatienummer van een aansluiting. Iedere aansluiting heeft zo'n code. Deze code bestaat uit een uniek getal van 18 cijfers waardoor leveranciers of netbeheerders direct kunnen zien welke aansluiting het betreft. De code vraag je op bij de netbeheerder. Zie www.eancodeboek.nl.
Het verschil tussen een kleinverbruikaansluiting en een grootverbruikaansluiting heeft te maken met de capaciteit, zekeringswaarde of doorlaatwaarde van de aansluiting. Met andere woorden: hoeveel energie er maximaal kan worden afgenomen.
Kleinverbruikaansluiting: een elektriciteitsaansluiting met een capaciteit tot en met 3 x 80 ampère
Grootverbruikaansluiting: een elektriciteitsaansluiting met een capaciteit van meer dan 3 x 80 ampère
De tijd waarin een duurzame energie-installatie net zo veel energie produceert als nodig is geweest om deze duurzame energie-installatie te produceren.
De energiebelasting is een heffing op elektriciteit en aardgas. Energiebelasting heet ook wel energieheffing. Deze belasting is ingevoerd om verbruikers te stimuleren zuinig en bewust met energie om te gaan. Energiebelasting betaal je via je energierekening. De energieleverancier draagt de belasting af aan de Belastingdienst.
Een coöperatie is een onderneming die wordt bestuurd en gefinancierd door leden. De leden creëren samen een democratische organisatie, waarmee ze projecten kunnen ontwikkelen. In de vorm van een energiecoöperatie is dat om lokaal duurzame energie op te wekken. Het voornaamste doel is niet zo zeer winst behalen, maar het voorzien in de belangen van de leden en vaak ook de lokale gemeenschap.
Dit begrip wordt gebruikt om de structurele verandering naar de steeds meer klimaatneutrale energievoorziening in Nederland aan te duiden. Daarbij gaat het om efficiëntieverbetering, de vervanging van fossiele brandstoffen zoals aardgas, benzine, diesel en steenkool door energie uit natuurlijke bronnen als zon, wind, biomassa en water en het gebruik van fossiele brandstoffen in combinatie met CO2-afvang en opslag.
Een regeling van Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. Ondernemers die investeren in energiebesparende technieken of duurzame energie kunnen hiervan wellicht gebruik maken. Met de EIA biedt een investering dubbel voordeel: energiekosten gaan omlaag én men betaalt minder inkomsten- of vennootschapsbelasting. De overheid wil met de EIA het Nederlandse bedrijfsleven aansporen tot energiebesparing en toepassing van duurzame energie. Kijk voor meer informatie op de website van de RVO.
Een officiële beoordeling van de energieprestatie van een woning of gebouw. Het bestaat uit een verplicht deel voor het energielabel en een vrijwillig deel voor het maatwerkadvies over de mogelijkheden om energie te besparen. Het advies mag alleen worden afgegeven door een daartoe opgeleid EPA-adviseur.
De overheid heeft de Energie Prestatie Coëfficiënt (EPC) bedacht om de zuinigheid eisen voor nieuwbouw steeds aan te scherpen. De waarde 1,0 staat voor de energetische prestatie van een woning uit 1990. Vanaf 2015 moeten alle nieuwbouwwoningen een coëfficiënt hebben van 0,4. Dit betekent dat een nieuwbouwwoning met zo'n eis maar 40% energie gebruikt van de energie die in 1990 nodig zou zijn. Wel verschillen de nieuwbouweisen voor woningen met de nieuwbouweisen voor bedrijven. Vanaf 2020 maakt de EPC plaats voor de BENG. Dan moeten alle nieuwe woningen en utiliteitsgebouwen bijna energieneutrale gebouwen zijn.
ESCo staat voor Energy Service Company. Een ESCo is een bedrijf dat duurzame energie opwekt of besparing diensten levert. Eigenaren of gebruikers van gebouwen besteden energievoorziening, management en onderhoud van installaties vaak uit aan een ESCo.
Doel van het inhuren van een ESCo is doorgaans energiekosten besparen en een betere installatie realiseren. Bovendien is er aan de start een minder hoge investering. De ESCo-dienst wordt betaald vanuit de besparing op energierekening.
Regeling vanuit RVO die het mogelijk maakt om met duurzame energieconcepten af te wijken van de Elektriciteitswet. Deze regeling is voor coöperaties en Verenigingen van Eigenaars.
Bij succesvolle experimenten kan de minister van Economische Zaken en Klimaat voorstellen om de wet aan te passen.
Bij wet geregeld tarief dat energiemaatschappijen moeten betalen voor teruggeleverde stroom. Deze aanpak stimuleert het opwekken van duurzame energie op een zeer effectieve wijze. In oa. Duitsland en Spanje wordt gewerkt met feed-in tarieven. In Nederland niet, hier hebben we de salderingsregeling.
Opgewekte groene stroom krijgt een garantie van oorsprong (GVO), dit certificaat geeft aan dat de stroom groen is opgewekt. Een windmolenproducent ontvangt dus GVO’s en verkoopt deze door aan een energieleverancier. Deze verkoopt op zijn beurt groene stroom en de certificaten komen te vervallen.
Gebouwgebonden financiering wordt als één van de belangrijkste oplossingen gezien voor de kosten die komen kijken bij stoppen met aardgas. Dit is een lening die aan jouw woning is gekoppeld in plaats van aan jezelf, de bewoner. Je betaalt iedere maand aflossing zolang je het huis nog bezit, en wanneer je het verkoopt gaat de volgende eigenaar verder met aflossen.
Vorm van elektrische spanning met een onveranderlijke polariteit; plus blijft plus en min blijft min. Gelijkspanning heb je nodig voor het voeden van elektronische schakelingen. Gelijkspanning kan niet tot een hogere of lagere waarde getransporteerd worden, daarvoor is een omvormer nodig. Gelijkspanning is van toepassing bij o.a. zonnepanelen en batterijen.
Grijze energie is alle elektriciteit die met behulp van fossiele brandstoffen zoals bijvoorbeeld gas en kolen wordt opgewekt.
Groene stroom is stroom uit hernieuwbare bronnen. De belangrijkste hernieuwbare bronnen zijn waterkracht, wind, biomassa, biogas en zon.
Opgewekte groene stroom krijgt een garantie van oorsprong (GVO), dit certificaat geeft aan dat de stroom groen is opgewekt. Een windmolenproducent ontvangt dus GVO’s en verkoopt deze door aan een energieleverancier. Deze verkoopt op zijn beurt groene stroom en de certificaten komen te vervallen.
Elektriciteit: een klant met een aansluitvermogen van meer dan 3 x 80 Ampère. Gas: een klant met een jaarverbruik van meer dan 170.000 m3.
HR++ glas is dubbel glas met aan de binnenkant een coating. De ruimte tussen de glazen platen wordt gevuld met argon gas. HR staat voor hoog rendement en betekent dus betere isolatie.
HR+++ is driedubbel glas met aan de binnenkant een coating. De ruimte tussen de drie glazen platen wordt gevuld met argon gas. HR+++glas isoleert net een tikkeltje beter dan HR++ glas.
Een HR-ketel is een moderne cv-ketel. HR staat voor hoog rendement en het is tegenwoordig de standaard als je een nieuwe cv-ketel koopt.
Van alle elektrische manieren om mee te koken is inductie de meest veilige en energiezuinige optie. Een inductiekookplaat werkt op stroom, maar de techniek is heel anders dan van bijvoorbeeld een keramische kookplaat. Bij koken op inductie ontstaat er een magnetisch veld tussen de pan en de kookplaat. Dit zorgt ervoor dat de pan snel warm is.
Ofwel omvormer. Een elektronische schakeling die gelijkstroom omzet in wisselstroom. Of wisselstroom in gelijkstroom, bijvoorbeeld voor het laden van een batterij.
De joule is de internationale eenheid van energie. 1 kWh staat gelijk aan 3.600.000 Joule.
Elektriciteit: als je een een aansluitvermogen kleiner dan 3 x 80 Ampère hebt.
Gas: als je maximaal een G25 gasmeter hebt die niet meer dan 40 kubieke meter gas per uur doorlaat. Een gemiddeld huishouden bezit meestal een G4 of G6 gasmeter met een doorlaatwaarde van maximaal 10 kubieke meter per uur.
Een akkoord tussen de overheid en vele organisaties op het gebied van elektriciteit, gebouwde omgeving, industrie, landbouw & landgebruik en mobiliteit. In het akkoord staan honderden afspraken en maatregelen om de uitstoot van broeikasgassen in Nederland te verminderen.
Veel gemeenten geven aan klimaatneutraal te worden. Maar wat is dit precies? Klimaatneutraal betekent dat er geen CO2 vrijkomt als je energie gebruikt en dat je dus niet bijdraagt aan klimaatverandering. Klimaatneutraal, of CO2-neutraal, is niet hetzelfde als energieneutraal. Energieneutraal geeft aan dat een gebouw of woning evenveel energie verbruikt als het opwekt.
Elektrische energie wordt uitgedrukt in Kilowattuur. Als men een apparaat met een vermogen van 1 kW een uur laat werken heeft men 1 kWh energie verbruikt. Of als een lamp van 10 Watt bijvoorbeeld 100 uur heeft aangestaan, is ook 1 kWh verbruikt.
Een overeenkomst tussen het lid en de coöperatie waarin de rechten en verplichtingen tussen de coöperatie en het lid nader worden vastgelegd. Deze is een overeenkomst die geldt naast hetgeen is geregeld ten aanzien van het lidmaatschapsrecht in de statuten van de coöperatie. De wet schrijft voor dat deze ledenovereenkomst moet bestaan. Over de inhoud van deze overeenkomst zegt de wet verder niets.
Verklaring die coöperaties aan de energieleveranciers van de leden moet overleggen om de energieleveranciers in de gelegenheid te stellen de belastingkorting i.h.k.v. de regeling Verlaagd Tarief te kunnen verwerken.
Er wordt gekeken of er op lange termijn evenwicht is tussen vraag en aanbod. Een goede leveringszekerheid heb je wanneer er op langere termijn voldoende aanbod is. In Nederland is de leveringszekerheid van elektriciteit en gas heel hoog.
Een gecertificeerde onderneming die voor bedrijven de meterstanden van de elektriciteitsmeter of de gasmeter opneemt en de hoeveelheid gas en elektriciteit bepaalt. De metingen worden uitgevoerd volgens de Meetcode (elektriciteit) en de Meetvoorwaarden (gas) die zijn vastgesteld door de Energiekamer. TenneT verzorgt de certificering en de registratie van de meetbedrijven.
De Milieu-investeringsaftrek is een regeling die je mogelijkheid geeft om maximaal 36% van de investering in duurzame bedrijfsmiddelen van de fiscale winst af te trekken. Kijk hier voor meer informatie over de Milieu-Investeringsaftrek.
Bedrijf dat de elektrische infrastructuur verzorgt. De netbeheerder legt en onderhoudt de bekabeling, plaatst en vervangt elektriciteitsmeters en plaatst een eventuele brutoproductiemeter. Vroeger was netbeheer een taak van de energieleveranciers. In 2008 zijn deze taken officieel gesplitst. De grote netbeheerders in Nederland zijn Liander (voormalig werkgebied van leverancier Nuon), Enexis (voormalig Essent) en Stedin (voormalig Eneco).
De situatie waarin elektriciteit die zelf duurzaam is opgewekt door eindgebruikers, voor hen dezelfde kostprijs heeft als energie van het stroomnet.
Netwerkkosten worden soms ook wel transportkosten genoemd. Netwerkkosten zijn de kosten die een energiebedrijf namens de netbeheerder bij de klant in rekening brengt. Je betaalt netwerkkosten voor het transport van energie naar je huis/werkplek.
De term Nul op de Meter, ook wel energieneutraal genoemd, wordt gebruikt voor woningen die evenveel energie verbruiken als dat ze opwekken. Deze (veelal) all-electric woningen hebben naast een warmtepomp en zonnepanelen ook vergaande isolatie en andere maatregelen. Dit betekent overigens niet dat de huizen zelfvoorzienend zijn. Ze zijn wel degelijk aangesloten op het elektriciteitsnetwerk. Dit komt omdat ze in de zomer veel stroom zelf opwekken en in de winter de stroom van het netwerk halen.
ODE is de afkorting voor ‘Opslag Duurzame Energie’. Het is een heffing: een toeslag op elke verbruikte kWh elektriciteit en m3 gas. Op die manier stimuleert de overheid om zuiniger om te gaan met energie. Tevens worden de opbrengsten van de ODE heffing gebruikt om investeringen in duurzame energie productie te stimuleren. Zo wordt o.a. de subsidieregeling Stimulering Duurzame Energieproductie (SDE+) hiermee gefinancierd.
Een elektronische schakeling die gelijkstroom omzet in wisselstroom. Of wisselstroom in gelijkstroom, bijvoorbeeld voor het laden van een batterij.
Actieve deelname van bewoners.
Begrip geïntroduceerd in het kader van de regeling Verlaagd Tarief bij collectieve opwek van duurzame energie. Collectieven kunnen in aanmerking komen voor een verlaging van de energiebelasting als zij in de postcoderoos van de productie-installatie wonen. Voor de afbakening van wat men als ‘lokale’ energie beschouwt, is gekozen voor de zogenoemde postcoderoos met als kleinste eenheid het gebied waarin alle postcodes dezelfde vier cijfers hebben.
Overeenkomst over de verkoop van energie tussen opwekker en afnemer. De afnemer is een programmaverantwoordelijke of energieleverancier, dus niet direct verbruikend bedrijf of consument.
Een PPA is van toepassing bij installatie groter dan 0,5 MW die is aangesloten op een grootverbruikaansluiting. In de PPA hierover is o.a. de verkoopprijs opgenomen.
Een marktpartij die energie inkoop en verkoopt op de groothandelsmarkt. De programmaverantwoordelijken zijn aansprakelijk voor de balans van vraag en aanbod op het elektriciteit- en aardgasnet. De hoofdtaak is om te voorkomen dat er over- of onderbelasting op het net ontstaat.
Elke energieleverancier heeft een programmaverantwoordelijke. Maar er zijn ook programmaverantwoordelijken die los van de energieleveranciers handelen in het aanbod van energie.
Iedereen die aangesloten is op het elektriciteitsnet heeft zogenaamde programmaverantwoordelijkheid (PV). Dat is een technische verantwoordelijkheid om de balans van het elektriciteitssysteem te waarborgen. Elektriciteit wordt niet opgeslagen en vraag en aanbod moeten dus continue in evenwicht zijn.
Een consument die ook (energie) produceert.
PV staat voor Photo Voltaic. Een fotovoltaïsche cel zorgt ervoor dat zonlicht omgezet wordt in elektriciteit.
De Rc-waarde is een waarde die aangeeft hoe goed een soort materiaal kan isoleren. Hoe hoger de Rc-waarde van een materiaal, hoe beter het isoleert. Een hoge Rc-waarde is erg belangrijk bij energiebesparende maatregelen in huis.
Het begrip rendement gaat over energieomzetting. Het is de verhouding tussen de hoeveelheid nuttige energie die wordt geleverd en de hoeveelheid energie die daarvoor nodig is. Een hoger rendement betekent dus dat er meer energie wordt omgezet naar een nuttige vorm.
Als je meer energie opwekt dan je op dat moment verbruikt, kun je het overschot op het netwerk van de netbeheerder kwijt. Dit noemen we ‘terugleveren’. De energieleverancier trekt de energie die je teruglevert af van de energie die je geleverd hebt gekregen. Dit heet ‘salderen’.
Heb je een kleinverbruikaansluiting? Dan verrekent je energieleverancier de energie die je terug levert één-op-één (en tegen hetzelfde tarief) met de energie die je geleverd krijgt. Lever je meer energie dan je verbruikt? Dan ontvang je voor het overschot een vergoeding van je leverancier.
Subsidieregeling Coöperatieve Energieopwekking. Dit is een subsidie van het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie die het coöperatief opwekken van duurzame energie ondersteunt.
Subsidieregeling Duurzame Energieproductie. Dit is een subsidie van het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie die het produceren van duurzame energie ondersteunt.
Vanaf 2020 geldt de SDE++ regeling. Die staat voor Stimulering Duurzame Energietransitie. Binnen deze subsidie worden ook andere emissiereducerende technologieën gestimuleerd.
Een tweede elektriciteitsmeter achter de aansluiting. Hiermee kan onafhankelijk van andere meetpunten een eigen leverancier worden gecontracteerd. Een secundair allocatie punt is alleen geschikt voor elektriciteit. Mits de aansluiting voldoende capaciteit heeft, kan iedereen gebruik maken van een secundair allocatie punt.
Een digitale elektriciteitsmeter waarvan de meterstanden op afstand zijn uit te lezen. In 2011 hebben de Eerste en de Tweede Kamer ingestemd met de wijziging van de Elektriciteits en Gaswet waardoor de grootschalige introductie van de slimme meter mogelijk is gemaakt.
(Zelf)sturende netten die het mogelijk maken vraag, aanbod en opslag van energie in balans te brengen. Door het wisselende aanbod van wind en zon wordt het steeds lastiger om energie opwek en -verbruik op het net af te stemmen. Smartgrids op kleine en grote schaal helpen deze disbalans te compenseren.
Zo kun je in de toekomst wellicht door algoritmisch gestuurde netwerken je zonne-energie doorverkopen aan de buurman. Of gaan in heel Nederland de koelkasten aan als de wind op de Noordzee aantrekt.
De prijs die door een consument voor elektriciteit wordt betaald bestaat uit leveringskosten, netbeheer en belasting (energiebelasting en BTW). De kosten van netbeheer (transportkosten) worden niet opgenomen in de energieprijs per kWh omdat dit een vast bedrag per maand is. Deze transportkosten worden jaarlijks berekend door de Energiekamer (voormalig Dienst uitvoering en toezicht Energie (DTe) van de Autoriteit Consument en Markt (ACM).
Het leveren van zelf opgewekte energie aan het net. Als je zelf energie opwekt, met bijvoorbeeld een zonnepaneel, is die energie in eerste instantie voor eigen gebruik. De installatie zal echter ook energie opwekken op het moment dat je geen energie nodig hebt. De opgewekte energie kan dan worden teruggeleverd aan het net.
Elektriciteitsmeter die geschikt is om teruggeleverde stroom te meten. Oude draaischijfmeters zijn vrijwel altijd geschikt; bij teruglevering gaat de schijf gewoon ‘achteruit’ draaien. Nieuwere meters hebben niet altijd een aparte teller voor teruglevering. De netbeheerder kan jouw meter vervangen door een teruglevermeter.
Een vast tarief dat energiemaatschappijen (moeten) betalen voor teruggeleverde stroom. Veel landen kennen inmiddels een teruglevertarief waarbij de kosten worden omgeslagen over stroomafnemers. De Nederlandse SDE is strikt genomen wel een teruglevertarief, maar omdat de kosten worden betaald uit algemene middelen (belasting), is de regeling meer afhankelijk van politieke dynamiek dan in andere landen.
De tijd tussen het moment van investeren, in bijvoorbeeld een zonnepaneel, en het moment waarop de investering is terugverdiend.
De Trias Energetica is een driestappenstrategie om een energiezuinig ontwerp te maken. Deze strategie werd in 1996 door de Nederlandse Onderneming voor Energie en Milieu (Novem, één van de voorlopers van rvo.nl) geïntroduceerd onder de naam Trias Energica. Later werd de Trias Energetica uitgewerkt door Kees Duijvestein.
De drie stappen van de Trias Energetica zijn basis vuistregels bij het duurzaam ontwerpen van gebouwen. Deze drie stappen zijn:
Beperk het energieverbruik door verspilling tegen te gaan.
Maak maximaal gebruik van energie uit duurzame bronnen, zoals wind-, water-, en zonne-energie.
Maak zo efficiënt mogelijk gebruik van fossiele brandstoffen om in de resterende energiebehoefte te voorzien.
Vastrecht is het bedrag dat gebruikers van gas, water en elektra ongeacht hun verbruik betalen. Het vastrecht zijn de vaste kosten voor de aansluiting op de waterleiding of het elektriciteitsnet. Dit staat dus los van het aantal kubieke meters gas en water dat men afneemt.
Met het begrip ‘verlaagd tarief’ wordt in de regel verwezen naar de wettelijke regeling Verlaagd Tarief. Per 1 januari 2014 komen leden van coöperaties en verenigingen van eigenaren in aanmerking voor een belastingkorting tot nihil (bedrag per 1-1-2016) op hun gezamenlijk opgewekte hernieuwbare energie. Deze regeling geldt voor kleinverbruikers die samen eigenaar zijn van een productie-installatie en die in een zogenaamde postcoderoos van deze productie-installatie gevestigd zijn.
Voor salderen moet er sprake zijn van een aansluiting op de eigen elektriciteitsmeter. Bij een appartementencomplex bijvoorbeeld is het dus voor de individuele bewoners niet toe te passen. De wet verbiedt het immers momenteel om energie die op een gezamenlijk dak is opgewekt, onder de bewoners te verdelen. Toch gebeurt het. Zonder dat er naar elke woning een aparte kabel wordt getrokken. Bij dit virtueel salderen wordt de opgewekte elektriciteit fysiek via één kabel teruggeleverd aan het elektriciteitsnet.
De virtuele aansluiting is een aansluiting die eigenlijk niet bestaat. Het is een aftakking achter een bestaande grootverbruikaansluiting met daartussen een aparte meter. De virtuele aansluiting is bedoeld voor initiatieven die gebruikmaken van de postcoderoosregeling (regeling verlaagd tarief). Het voordeel van de aansluiting is dat er geen nieuwe, dure kabels de grond in hoeven voor aansluiting op het net. Daarmee lijkt het voor initiatieven een betaalbaar alternatief voor een voorheen verplichte tweede grootverbruikaansluiting.
Een virtuele energiecentrale is een systeem dat lokaal vraag en aanbod van elektriciteit bij elkaar brengt.
Windturbines en zonnepanelen leveren lang niet altijd de maximale hoeveelheid energie die ze kunnen leveren. De term vollastuur is bedacht om te kunnen bepalen hoeveel een windturbine of een zonnepaneel met een bepaald vermogen oplevert. De definitie van vollastuur is de jaaropbrengst gedeeld door het vermogen.
Veel windturbines zitten bijvoorbeeld tussen de 2.000 en 2.500 vollasturen. Dit betekent dat een windmolen van 1 MW tussen de 2.000 en de 2.500 MWh levert.
Het begrip ‘voor de meter’ wordt gebruikt om aan te geven dat (decentraal) opgewekte elektriciteit direct op het openbare elektriciteitsnetwerk wordt ingevoerd. Het betekent dat de eigenaar van de elektriciteitscentrale niet kan salderen.
Afgekort tot Wp. Meeteenheid om nominaal vermogen van een zonnepaneel aan te geven, getest onder standaard omstandigheden (STC, Standard Test Conditions).
Zelflevering is het gebruik van je eigen opgewekte elektriciteit. De geproduceerde elektriciteit wordt niet verkocht aan een leverancier. De leverancier is hier alleen administrateur. Wanneer je met zonnepanelen elektriciteit produceert op je eigen dak is er niets aan de hand. Je hoeft geen energiebelasting te betalen over de zelf geproduceerde stroom.
Zonne-energie is de energie van de zon in de vorm van warmte en licht.
Een zonneboiler ligt vaak op het dak, net als zonnepanelen en verwarmt water met behulp van zonlicht. Het warme water gaat naar je verwarmingssysteem en zorgt er zo voor dat je minder stroom of gas gaat verbruiken. In de zomer zorgt de zonneboiler voor bijna al je warme water en heb je geen gas nodig. In de winter lukt dit niet en moet je het water met behulp van je cv-ketel of warmtepomp op de juiste temperatuur brengen.
Apparaat dat bedoeld is om zonlicht op te vangen en nuttig te gebruiken. Strikt genomen betekenen ‘zonnepaneel’ en ‘zonnecollector’ hetzelfde en soms worden de termen ook door elkaar gebruikt. In het spraakgebruik is het woord 'zonnecollector' echter gereserveerd voor zonthermische systemen (zonnewarmte) en 'zonnepaneel' voor fotovoltaïsche systemen (zonnestroom).
PV staat voor het engels Photovoltaic. Een zonnepaneel is een apparaat om zonlicht op te vangen en om te zetten in zonnestroom. Dat kan direct licht zijn, maar ook diffuus licht (een paneel werkt dus ook als het bewolkt is, maar alleen wat minder). In het normale spraakgebruik is het zonnepaneel een vlakke plaat waarop meerdere fotovoltaïsche zonnecellen zijn geplaatst om elektrische energie mee op te wekken. Niet verwarren met een zonneboiler.
Gebruik van zonnestraling om iets te verwarmen.